Menu

De grootsheid van Lord Shiva

Een satsang van Swami Paramatmananda
uit: Talks vol 6

Wanneer wij ons op de vorm van Lord Shiva in samadhi richten, de Yogeshwara of Heer der Yoga, dan wordt onze geest als de Zijne: stil. Dit is het unieke van de vorm van Lord Shiva. Hierop contempleren kan een staat van diepe meditatie voortbrengen. Er zijn verschillende vormen van meditatie, een van de beste is het mediteren op de vorm van een Gerealiseerde Ziel, of op een vorm van God in samadhi.

Alles aan de vorm van Shiva is goddelijk.  Ook al komt zijn vorm mensen die Hem niet kennen vreemd voor; zelfs velen die wel met hem bekend zijn, zijn zich niet bewust van de spirituele betekenis van zijn vorm.

Shiva is gehuwd met Parvati. Parvati is Moeder Natuur. Moeder Natuur heeft geen bestaan zonder Shiva. Haar bron is in Hem. Zij bestaat in Hem en lost in Hem op. Met andere woorden; Moeder Natuur heeft geen bestaan naast de Allerhoogste Realiteit.

Wetenschappers zeggen dat het universum uit niets is ontstaan. Mahatma’s zeggen dat het universum is ontstaan uit volheid. Als wij ons naar binnen richten, dan kunnen we zowel de bron van onszelf, als van het universum vinden, het punt waar de gedachten opkomen.

Shiva zit in meditatie gedurende zes maanden van het jaar – zijn jaar. Shiva’s jaren zijn veel langer dan de onze. De overige zes maanden geeft hij satsang (onderricht) aan zijn vrouw Parvati. Zij stelt spirituele vragen en hij geeft antwoord. Daaruit zijn vele geschriften uit ontstaan, zoals de Agamas, de Puranas,  – deze zijn de antwoorden van God aan Shakti, de Goddelijke Moeder.

Shiva’s yoga houding in meditatie symboliseert een staat van volmaakte balans, God-bewustzijn, totale innerlijke vrede. Achter Shiva ligt het met sneeuw bedekte Himalaya gebergte. De witte Himalaya verbeeld de uitgestrektheid van Brahman, de staat van volmaakte onthechting. Als onze geest onthecht is van alles en in zichzelf rust, dan kunnen wij de uitgestrekte staat van bewustzijn ervaren en ons weids voelen als de hemel, verlicht, kalm en koel als de maan. Dit wordt verbeeld door de koele, weidse grootsheid van de Himalaya.

Shiva heeft zijn ogen halfgesloten. Zijn blik is niet naar buiten gericht. Zijn ogen zijn noch geheel gesloten, noch geheel geopend. Dat is het ideaal van de spirituele persoon die in God leeft, maar zich tegelijkertijd bewust is van de wereld en daarin kan functioneren, nimmer de aanwezigheid van de Goddelijke Aanwezigheid of Atman vergetend.

Tussen Shiva’s twee ogen bevindt zich het derde oog. Om dit oog te helpen openen wordt er kumkum of sandelhout pasta op aangebracht. Maar wat is een derde oog eigenlijk? Het derde oog is het oog van jnana oftewel intuïtie. Als we vooruitgang boeken op het spirituele pad, dan vloeit onze kennis direct uit dat oog, uit dat centrum. We verlaten ons niet langer op ons intellect of op zintuiglijke kennis. Kennis komt tot ons via ons geestesoog, en door dat oog zien we niet alleen relatieve waarheden, maar ook het visioen van God.

Een gerealiseerd persoon als Shiva heeft het ego helemaal overwonnen. Hij is vrij. De meesten van ons zijn slaven van het ego. Als er iets fijns gebeurt zijn we blij. Als er iets pijnlijks gebeurt dan zijn we verdrietig. We gaan op en neer vanuit onze voor- en afkeuren, onze angsten en verlangens. Dit is de dans van het ego. Een mahatma heeft het ego getemd en weet dat hij niet de persoonlijkheid is, dat er iets onveranderlijks is, perfect kalm en gelukzalig, namelijk het ware Zelf. Maar het ego lijkt er toch te zijn. Want hoe kan een mahatma anders spreken, functioneren, eten en zingen? Kijk naar Amma, Zij doet zo veel verschillende dingen!

De Shiva heeft slangen om zijn nek en armen. Dat zijn niet zijn huisdieren. Zij staan symbolisch voor het getemde ego, het ego dat niet langer vergif in zich draagt. Een Mahatma gebruikt dat ego voor het welzijn van de wereld. Hij of zij beweegt in de wereld en verheft deze naar spiritueel bewustzijn door middel van associatie.

De verblijfplaats van Shiva is de Himalaya. Hij leeft ook op crematie terreinen en begraafplaatsen. Hij woont daar niet alleen, hij bedekt zichzelf met as, hetgeen staat voor het feit dat alles vergankelijk is; alles is aan de dood onderhevig. Alle dingen die wij in de wereld bereikt hebben vergaan uiteindelijk tot niets, tot as. As heeft hoegenaamd geen waarde. De echte waarde is mentale zuiverheid. Een groots mens is degene waarvan de geest is gezuiverd, die vereenzelvigd is met God. Niets dat het lichaam kan doen, niets dat de wereld kan voortbrengen is groots. Om ons aan dit feit te herinneren ziet Shiva eruit als een spook, een geest bedekt met as op het kerkhof. Dit is bedoeld om ons onthechting te leren. Als we inzien dat alles tevergeefs is, dat alles vergaat, dan pas zullen we de ware betekenis van het leven beseffen. Anders zijn we als een pendule die continu van de ene naar de andere kant zwaait, heen en weer tussen gevoelens, gedachten, passies, zonder enige helderheid over de zin van het leven. De dood brengt het leven in het juiste perspectief.

Shiva, de grote heer, draagt de rivier Ganges boven op zijn hoofd. Zij is niet zijn tweede vrouw die zich in zijn haar verbergt zodat Parvati het niet merkt! Zij is de kundalini shakti, de spirituele energie en de transcendente waarheid die onze geest ver overstijgt. Zij staat voor het feit dat de eeuwig bestaande kennis van Brahman naar het domein van de ervaring gebracht kan worden door middel van tapas (red: letterlijk betekent dit ‘verhitten’, het verwijst naar het proces van zuivering dat ontstaat door spirituele oefening waarmee die onze negatieve eigenschappen en karma’s kan verbranden). Door onze sadhana kunnen wij de Goddelijke Kennis ervaren, of kan een Mahatma zoals Amma naar de wereld komen, die kennis doorgeeft aan de mensen op de ‘vlakten’.  Net zoals Shiva de Ganges op Zijn hoofd draagt en deze langzaam loslaat naar de lager gelegen gebieden, zodat de Ganges een rivier wordt die allen voedt.

Velen van ons zijn bekend met het beeld van Shiva als Nataraja, de Heer van de Dans. Deze vorm stelt het hele universum voor, waarin elke atoom beweegt en danst. Het gehele universum is de dans van God, de kosmische dans. Het kan zijn dat wij ons helemaal niet zo gelukkig voelen. Waar is de gelukzaligheid? Als we ons van onze wereldse problemen losmaken en kalm worden, onze geest richten op gedachten aan God, dan zullen we de verborgen gelukzaligheid ervaren die binnen in ons huist.

Amma zegt dat het meest belangrijke voor een toegewijde onthechting is. We zouden devotie, compassie en nog vele andere goede eigenschappen moeten hebben, maar onthechting is het belangrijkst, want onthechting heeft met alles te maken. De innerlijke schat van een leerling is de onthechting van de schepping en zijn hechting aan God.

De essentie van God is vormloos – het is alom aanwezig. We zijn als vissen in de zee, levend in God. God is hier, binnen in ons, in onze geest, en van buiten in de lucht, als de Universele Werkelijkheid. Als verbeelding van deze waarheid en om zich ertoe te kunnen verhouden, kwamen de rishis op de Shiva Lingam. En verbeelden zo de vormloze werkelijkheid in een vorm. Er wordt gezegd dat het universum een ovale vorm zou hebben. Stel je eens voor dat je op een plateau staat. De lucht is 360 graden overal om je heen. Als een gewelf. Dat weidse gewelf van de hemel is een enorme Shiva lingam, en de aarde is de basis waar die lingam op rust. Sommigen kennen het verhaal over hoe de Shiva lingam is ontstaan, en hoe Shivaratri begon, maar velen weten dat niet, dus hier volgt het verhaal.

Brahma, de schepper, en Vishnu de beschermer, waren aan het debatteren over wie van hen twee nu werkelijk de allergrootste was. Ze dachten allebei van zichzelf dat ze het Opperwezen waren, dus de gemoederen laaiden flink op. Precies op dat moment, barstte er een pilaar van vuur uit de krochten van de aarde omhoog en groeide door tot in de hemelen. Beide dachten: wat is dit? Wat is dit voor wonder. Dat moet wel groter zijn dan wij, want wij weten niet wat het is. Ondanks verwoedde pogingen konden ze niet achterhalen wat deze pilaar van vuur was.

Vishnu veranderde zich toen in een everzwijn, hij bedacht dat hij zo de oorsprong van het vuur zou kunnen vinden. Brahma werd een zwaan, een zeer krachtig vlieger, en vloog omhoog om de top van de pilaar te vinden. Vishnu kon het begin niet vinden en zijn snuit raakte helemaal beurs. Hij werd zeer nederig. Niets beter dan lijden om nederig te worden. Hij bad: ‘O God, wie U ook bent, trek mij alstublieft weer omhoog.’ En ineens bevond hij zich weer op het aardoppervlak.

Intussen, vloog Brahma hoger en hoger, vele jaren lang, maar ook hij kon maar de top van de vuurkolom niet vinden. Maar, hij zag wel iets anders – een bloem die met grote snelheid naar beneden daalde.

Hij zei: ‘Stop alsjeblieft, wacht even, ik heb een vraag.’ De bloem remde af en stopte met gierende remmen.
Zij sprak: ‘Ja, wat kan ik voor je doen? Ik heb grote haast.’
Brahma zei: ‘Ik zou willen weten waar je vandaan komt.’
‘Ik kom van ergens in het midden van deze vuurpilaar. En waar ga jij heen?’
O, ik ben op weg naar de top.’
‘De top? Weet je wel hoe lang ik al van het midden naar beneden aan het vallen ben? Dan moet jij nog een heel lange tijd verder, en dan nog zul je misschien niet eens de top bereiken.’

Toen kreeg Brahma een listig idee. Hij zei: ’Luister, ik zal jou tot een van de goden maken die in de hemel worden aanbeden, als jij aan de god die daar beneden wacht zegt dat ik je van de top van deze vuurpilaar heb meegenomen.’ Dit kietelde de ijdelheid van de bloem. Zij dacht. ‘Het zou fijn zijn een god te zijn. Iedereen zal mij aanbidden en voor mij knielen.’
‘Afgesproken,’ stemde zij toe.

Samen zoefden zij naar beneden naar de aarde. Daar was Vishnu, nederig en vol devotie, de trotse Brahma en de enigszins aarzelende bloem die bereid was te liegen.

Toen sprak Vishnu: ‘Ik geef het op. Ik heb de bodem van deze vuurpilaar niet kunnen vinden.’ Brahma zei: ‘O is dat zo. Nou, ik heb de top wel gevonden en dit hier is mijn getuige. Heb ik jou niet bovenop gevonden?’
‘Ja, zeker, jij hebt mij van boven meegenomen’, sprak de bloem.

Precies op dat moment brak de vuurpilaar open en wie stapte daar naar buiten? Maheshwara – de grote Heer, Lord Shiva zelf. Hij werd erg boos op Brahma en zei; “Jij arrogante kerel, leugenaar die je bent!’ Hij keek naar de bloem en raasde: ‘En jij hebt een grote leugen verteld, alleen om je kleine ego te voeden. Brahma, jij zult vanwege dit bedrog niet worden aanbeden in de wereld. En Ketaki (dat was de naam van de bloem) jij zult nooit deel mogen zijn van mijn eredienst.’

Tot op de dag van vandaag is er bijna geen enkele plaats op aarde waar Brahma aanbeden wordt en de ketaki bloem wordt niet voor puja gebruikt. Dat is echt vreemd. Wij geloven dat Brahma, Vishnu en Shiva tezamen het Opperste Wezen zijn, maar er zijn geen tempels voor Brahma.

Toen keerde Shiva zich tot Vishnu en sprak: ‘Maar jij daarentegen, zult mijn gelijke in de wereld zijn. Jij zult evenveel tempels als ik hebben en als allerhoogste worden geëerd net als ik, omdat jij bescheiden en eerlijk bent.’

 

Vervolgens wilde iedereen Shiva aanbidden. De dag dat hij zich manifesteerde als de vuurpilaar is bekend als Karthika Deepam, en dit alles geschiedde in Tiruvannamalai. De vuurpilaar werd de berg Arunachala, zodat mensen deze konden aanschouwen en aanbidden door er omheen te lopen. De nacht dat Vishnu, Brahma en Ketaki Shiva aanbaden was de nacht van Shiva – Mahashivaratri.

 

‘Als we afstand doen van de zware last van ons ego, zullen we naar het niveau van Shiva stijgen. Lord Shiva is de allerhoogste gelukzaligheid en volledige perfectie van die ego-verzaking’

– Amma